0 230

Daar ligt voor mij de grens!

“Jeetje wat heb je nu gedaan, dit heb ik toch niet als ontbijt besteld? Ik wilde de salade op mijn toast en niet ernaast, het is trouwens veel te veel salade! Je collega van gisteren wist precies waar ik behoefte aan had!Verwacht je nu echt dat ik dat zo op eet?”

Het is dag 4 en ik vervang een collega die door omstandigheden graag het weekend vrij wilde zijn. Het is de bedoeling dat ik het gezinnetje verder afmaak. Na een afstandelijke korte kennismaking met de kraamvrouw Eline, merk ik dat ze graag alle touwtjes in eigen hand heeft. Vanuit haar bed regelt ze de situatie helemaal, ook voor haar man Jos en oudste kindje van 4. Haar man vliegt door het huis alsof hij vleugels heeft. Trap op trap af, trap op trap af. Voor elk kleinigheidje wordt hij naar beneden gestuurd. Glaasje water, nee doe toch maar een sapje en heb je meteen mijn kolf meegenomen? Nee? Je weet toch dat ik nog moet kolven?

Hoe kan deze moeder zo controlerend zijn na een ongeplande keizersnee? Verwonderd staar ik naar het tafereel in de slaapkamer. Haar pasgeboren baby Lotte ligt op haar schouder te slapen. Ik onderdruk de neiging het kindje van haar over te nemen omdat ze zich zo opwind. Het lijkt wel alsof ze zich er niet van bewust is dat haar dochtertje bij haar ligt. Lotte slaapt door, ondanks de harde stem van haar moeder naast haar hoofdje maar met gespannen gebalde vuistjes…

Ik sta in de deuropening van de slaapkamer en staar verwonderd naar het tafereel. Plots wend ze haar boze blik mijn kant op en bekijkt me afkeurend van top tot teen. Ik heb de neiging achteruit te stappen maar lijk wel vastgenageld. Ik houd mijn adem in en voel dat ik mijn nekspieren aanspan.

Wat een respectloze benadering! Als ik ergens echt een hekel aan heb dan is het aan ouders die mij op deze manier proberen te kleineren. Uit ervaring heb ik inmiddels geleerd dat dit vaak mensen zijn die zelf enorm onzeker zijn en dit op deze manier verbloemen. Door je zo op te stellen lijk je de situatie beter onder controle te kunnen houden. Meestal voelt het slachtoffer (ik in dit geval) zich kleiner worden. Maar ik voel een irritatie vanuit mijn buik opborrelen. Reageren is onmogelijk omdat ik nog steeds in de verstarring zit. Mijn hart begint sneller te kloppen.

“De nacht is goed gegaan dus we hoeven de nacht niet door te spreken. Ik neem aan dat jij genoeg ervaring hebt om gewoon je werk te doen! Ik hoop niet dat ik alweer alles uit moet leggen. Ik wil nu graag een ontbijt voor ik ga kolven.” Ik was al sprakeloos, maar dit…

Ik help je wel, bromt Jos terwijl hij me op mijn schouder tit. Hij kijkt me vriendelijk en begripvol aan. Ik zie dat hij een kopje koffie voor me heeft gemaakt.

No Way.

Later, tijdens het herschikken van het afgekeurde ontbijt, kom ik een beetje uit de verkramping. Ik sta alleen in de keuken. Mijn vingers trillen terwijl ik naar het met zorg opgemaakte bordje eten staar op het aanrecht. Langzaam leg ik de tosti terug op het bord en terwijl ik dat doe voel ik een kracht en vastberadenheid opborrelen. Ik knijp mijn lippen samen en recht mijn schouders.

“Ik pik dit gedrag niet, van niemand, no way!”

Deze gedachten maakt me opvallend rustig en ik voel me zelfs opgelucht. Het is alsof er een zware last van mijn schouders valt.

Ik kan zelf beslissen hoe ik met deze situatie om ga en dat zal het verschil gaan maken.

Deze gebeurtenis roept oude herinneringen bij me op. Net gediplomeerd… Jong, onzeker en overtuigt dat ik het verkeerd deed als iemand kritiek op mij had. Toen deed ik ook altijd zo mijn uiterste best en liep vrijwel constant op mijn tenen.

Soms maakte ouders daar nog misbruik van ook en gaven mij nog meer het gevoel dat het niet goed genoeg was wat ik deed. Dus nog maar een tandje bijzetten dan? Ik had het steeds sneller door als ouders tevreden of ontevreden waren. Ik was bang, bang om mijn baantje te verliezen. Soms voelde ik me zo afgewezen en leeg getrokken in een gezinnetje dat ik me die zelfde avond nog ziek meldde…

Het “No Way” gevoel sterkt me als ik wat nerveus de trap op loop samen met het nieuw opgemaakte bordje.

Eline neemt de lunch van me over zonder me aan te kijken. “Heeft Jos je al verteld waar de stofzuiger en de poetsspullen staan? Het zou fijn zijn als je begint met de huiskamer en…”

Ik onderbreek haar woordenstroom.

“Eline mag ik heel even?” Inwendig kook ik, mijn stem slaat over maar klinkt rustig.

“Beneden in de keuken heb ik eens even goed nagedacht over de situatie van vanmorgen. Het voelt op zijn zachts gezegd niet prettig zoals je mij benadert. Zo kan ik niet werken, ik verdien respect. Ik denk dat wij samen niet resoneren en afscheid moeten nemen van elkaar… Ik vraag wel of er iemand is die mij kan vervangen. Iemand die mogelijk beter bij je past.  Ik heb altijd plezier in mijn werk en heb besloten dat dat voor mij een voorwaarde moet zijn om te blijven. Het komt weleens voor dat het gewoon geen match is met een kraamverzorgster, dat hoeven en kunnen we niemand kwalijk nemen.” Dit is echt de eerste keer dat ik in deze situatie niet vanuit angst reageer…

Er valt een stilte.

“Ja maar, dat is het helemaal niet Conny! Het gaat niet om jou, ik zit niet lekker in mijn vel en dat zorgt ervoor dat ik bot reageer. Ik wil helemaal niet dat je gaat!”

Eigenlijk weet ik niet wat mij het meest verbaasd, de reactie van deze kraamvrouw die in huilen uitbarst, of mijn eigen rustige benadering. Ook is het bijzonder om te ervaren dat ik me plots krachtig voel en haar vrijwel meteen een liefdevolle blik kan geven.

Vanaf dat moment kunnen we weer in harmonie met elkaar communiceren en de kraamtijd tot een feestje maken.

Zonder dat ik op mijn tenen loop.

Zonder dat er van mij te hoge verwachtingen zijn die ik niet waar kan en wil maken.